Het was zomer in het zuidelijke land van Koning Eik en zijn Koningin Hedera.
Iedereen was vrolijk, opgetogen en vreedzaam.
Overal in het land klonk muziek en gezang. Er werd gedanst, gelachen en ook gewerkt op het land.
De bloemen stonden in bloei, de jonge dieren werden groot en sterk.
De bijen maakten ijverig hun honing en jonge vogels verlieten hun nest.
De groenten werden groot en waren bijna klaar voor de oogst.
De fruitbomen stonden in bloei en vormden hun vruchten.
Overal in het land brandden er zomerse vuren, ter ere van de zon die zo lang en helder scheen aan een blauwe hemel.
De nachten waren nauwelijks donker en waren zwoel en aangenaam.
Die vuren werden ook aangestoken omdat het feest was. Het feest was ter ere van Koning Eik die op 21 juni op de hoogste berg zou uitkijken naar zijn broer, Koning Hulst.
Koning Hulst woonde in het Noorden van het land en vond dat iedereen zijn rust nodig had. Hij vond dat de zon zich terug moest trekken en de donkere nachten moesten komen. Alleen op die manier kon je plannen maken en tot jezelf komen, leren bewust te zijn en dankbaar te zijn met wat je hebt. Dat kon niet als altijd en zo lang de zon schijnt. Daarom ontmoeten Koning Eik en Hulst elkaar op 21 juni en 21 december en gaan dan de strijd aan om licht en duisternis.
Het zuidelijke volk zou graag zien dat het altijd zo warm en vrolijk is in hun land en daarom was er feest met volop te eten en te drinken. Dit allemaal om de koning te steunen en kracht te geven in zijn strijd tegen de Hulst. Die avond vertrok Koning Eik naar de heuvel. Hij keek uit naar het Noorden. Met zonsondergang kwam zijn broer, en hij zei: “Zoals we een half jaar geleden hadden afgesproken, treffen wij elkaar op het hoogtepunt van de zonnekracht”.
Koning Eik begroette zijn broer met een grote lach en was blij hem te zien.
Hij zei: “Mijn beste broer, fijn dat je hier bent. Kijk eens om je heen, is dit niet geweldig? Zoveel vreugde en overvloed aan eten en liefde.”
Koning Hulst zei ernstig tegen zijn broer: “Mijn beste broer, als je altijd vrolijkheid kent, hoe moet je dan ooit het verschil weten tussen vrolijkheid en bescheidenheid, hoe kan je al dat lekkere eten blijven waarderen als je niet weet om te gaan met dankbaarheid voor wat je hebt? Ik zal de strijd met jou aangaan en iedereen weer tot rust brengen. Ik zal je volk leren dankbaar te zijn en hoe je ook in rust en kalmte kan leven.”
Ze trokken hun zwaarden en gingen de strijd aan. Het was een heftig duel. Ze waren tegen elkaar opgewassen. Alleen was Koning Hulst sterker. Koning Eik had al veel energie verloren en het laatste beetje energie verdween uit zijn lichaam. De strijd was gestreden en Koning Hulst nam de kroon van zijn broer af. “Mijn geliefde broer”, sprak Koning Hulst. “Ik zal jou en je volk leren hoe je moet overleven in dagen waarop de zon minder zal schijnen. Ik zal je volk leren hoe ze hun mooie groenten en fruit kunnen bewaren en opslaan voor de winter. Ik zal je volk kennis en vaardigheden leren om tot rust en inkeer te komen en nieuwe plannen te maken tot het weer 21 december wordt, waarna wij elkaar weer zullen treffen en de strijd met elkaar aangaan tussen licht en duisternis.
Duisternis is niet slecht, het zal je nieuwe kracht geven. Er zal minder te doen zijn in het land, waardoor er minder gewerkt hoeft te worden en je nieuwe levenskracht zal krijgen. In deze tijd kun je aandacht besteden aan iedereen die je dierbaar is en hen koesteren. Ook jij moet hebben gemerkt dat je energie bijna op is. In de tijd dat de zonnekracht zal afnemen zal je tot rust komen, zodat je terug kan kijken op mooie zomerse dagen en nieuwe plannen kunt maken voor het komende jaar.
Maar ga nu terug naar je volk en geniet van deze langste dag van het jaar.” Koning Hulst ging samen met zijn broer naar het feest waarna hij weer terug ging naar zijn eigen koninkrijk in het Noorden waar Koningin Vlier op zijn terugkeer zat te wachten…
Ieder jaar wordt dit verhaal door ons als Druïden uitgebeeld in de zomerceremonie van Alban hefin. Koning Eik en Koning Hulst strijden om hun eigen helft van het jaar. Met dit verhaal herinneren we ons dat het zonnelicht afneemt en de dagen gaan korten en de winterrust voor ons ligt.
In het jaarwiel hoort de zomerzonnewende uiteraard bij de zomer, het element vuur en de windrichting Zuid. Het wordt doorgaans gevierd op (of rond) 21 juni. De tijd dat astronomisch gezien de zon stilstaat, om vervolgens weer te dalen aan de hemel. Vele bomen en planten zijn in de Druïderij verbonden aan deze tijd en ze hebben allemaal een symboliek en een eigen verhaal.
Het verhaal van de winterzonnewende lees je hier (klik)
Afbeelding credits: AI generated by Canva